Sphinx BV, Koninklijke

Naam: 
Sphinx BV, Koninklijke
Plaats: 
Maastricht
Nationaliteit: 
Nederland
Werkperiode: 
1836-2010
Geschiedenis bedrijf: 

Petrus Laurentius Regout (1801-1878) richt in 1836 een aardewerkfabriek op. De fabriek komt voort uit de in 1827 in Maastricht opgerichte glasslijperij Petrus Regout & Co. Daarnaast heeft Petrus Regout een groothandel in glas, kristal en aardewerk. In 1830 breken er, door het uitbreken van de Belgische Opstand, moeilijke tijden voor het bedrijf aan. Handel met België is immers verboden en Maastricht is afgesloten van de rest van Nederland. Wanneer het in 1834 weer is toegestaan om grondstoffen en halffabricaten uit België in te voeren, verbetert de situatie enigszins. In 1834 begint Regout een stoomglasfabriek en in 1836 begint hij ook aardewerk te produceren. Aanvankelijk produceert hij zogenaamd fayence commune, eenvoudig aardewerk met een zachte rode scherf, bestemd voor de lokale markt. Om zijn afzetgebied te vergroten moet hij echter concurreren met het toen zeer populaire Engelse creamware. Daarom neemt Regout in de jaren 1840 Engelse vakarbeiders in dienst en laat hij zelfs Engelse grondstoffen importeren. Wanneer in 1870 zijn zoons mede-directeur worden, veranderd de naam van het bedrijf in een Vennootschap onder Firma: Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken van Petrus Regout. In 1878 wordt de onderneming een Commanditaire Vennootschap: CV Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken Petrus Regout & Co. Sinds 1879 wordt de sfinx als beeldmerk gebruikt en sinds 1899 heet de onderneming: N.V. Sphinx voorheen Petrus Regout & Co. In 1902 wordt gestart met de muurtegelfabricage in de fabriek van Frederik Regout te Limmel bij Maastricht. Frederik Regout (1858-1937) is 'chef de faiencerie' in het bedrijf van zijn grootvader Petrus Regout. In 1891 richt hij een eigen fabriek op te Limmel. In 1896 wordt de fabriek opgekocht door P. Regout en Co. In 1917 wordt de sanitairafdeling opgericht. Vanouds is Sphinx een glas- en aardwerkfabriek, maar de glasfabriek is in 1925 afgesplitst en met Stella gefuseerd tot Kristalunie. Van 1934 tot 1954 is de fabriek in handen van Adolphe Regout. Na de fusie in 1958 met Société Céramique heet het bedrijf N.V. Sphinx-Céramique. In 1959 ontvangt het bedrijf het predicaat Koninklijk, waarna het in 1960 zijn naam wijzigt in N.V. Koninklijke Sphinx. Dat jaar neemt het bedrijf de N.V. Aardewerkfabriek De Toekomst van G. Lust in Oosterhout over. Tussen 1974 en 1977 wordt voor de tegeldivisie de naam N.V. Sphinx-Hemiksem gevoerd. In 1994 neemt het Zweedse bedrijf Gustavsberg op zijn beurt alle aandelen over en wijzigt de naam naar N.V. Koninklijke Sphinx Gustavsberg. Na een herstructurering in 1997 gaat de tegeldivisie in datzelfde jaar verzelfstandigd verder onder de naam Sphinx Tegels. Eind 1999 neemt het Finse Sanitec het bedrijf over. In 2001 wordt de naam van het bedrijf formeel Koninklijke Sphinx B.V. De verzelfstandigde tegeldivisie Sphinx Tegels gaat in 2008 failliet. In juli 2009 wordt bekendgemaakt dat de productieactiviteiten van Koninklijke Sphinx B.V. per 2010 volledig uit Maastricht zullen verdwijnen. De productie wordt door eigenaar Sanitec verhuisd naar Zweden, de Maastrichtse fabriek is te klein om rendabel te produceren, zei Sanitec. Ruim honderd werknemers verliezen hun baan. Alleen de marketingafdeling en een magazijn blijven in Maastricht (tekst Wikipedia / Pluis 2008).

  • 1834-1870 Petrus Regout & Co.
  • 1870-1878 Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken van Petrus Regout v.o.f.
  • 1878-1899 C.V. Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken Petrus Regout & Co.
  • 1899-1958 N.V. Sphinx voorheen Petrus Regout & Co 
  • 1958-1960 N.V. Sphinx-Céramique
  • 1960-1994 N.V. Koninklijke Sphinx
  • 1994-2001 N.V. Koninklijke Sphinx Gustavsberg
  • 2001-2012 Koninklijke Sphinx B.V.
  • 2012-heden BV De Sphinx Maastricht

 

Producten en ontwerpers

De kernactiviteit van de Koninklijke Sphinx is sinds 1836 aardewerk: eerste fayence commune en vanaf 1840 ook bedrukt aardewerk. Het grootste deel van de modellen en drukdecors werden ingevoerd uit Engeland, in het bijzonder uit het aardewerkcentrum Stoke-on-Trent. Hierdoor onderscheidt het vroege Regout-aardewerk zich nauwelijks van het Engelse. Uitzondering hierop vormt het handbeschilderde boerenbont, dat van ca. 1840 tot 1969 geproduceerd wordt, en een curieuze serie rijstkommen, schalen en sakeflesjes, die Regout omstreeks 1859 speciaal voor een Japanse handelsmissie laat ontwerpen. In de jaren 1880 neemt Regout twee modelleurs, Lahaye en Lamour, in dienst, maar het zal pas tot 1917 duren voor De Sphinx herkenbare producten gaat maken. Op 1 januari van dat jaar wordt Johan Lint (1889-1956) als eerste gediplomeerde ontwerper en chef-modelleur in dienst genomen. Zijn belangrijkste ontwerp is servies Clary uit 1917. In 1924 volgt Willem Rozendaal Lint op als ontwerper. Hij ontwerpt verschillende gedenkborden en serviezen, waaronder het servies Serail (1925). Rozendaal wordt in 1929 opgevolgd door de beeldhouwer Charles Vos, die een half jaar voor De Sphinx werkt. Hij ontwerpt het bekende beeldje van de liggende sfinx, dat dient als reclamemateriaal voor winkeliers die Sphinx-aardewerk verkopen. Van 1929 tot 1946 is Edmond Bellefroid als ontwerper in dienst bij De Sphinx, met uitzondering van de periode 1942-1944, omdat hij weigert zich aan te sluiten bij de Kultuurkamer. Bellefroid ontwerpt in de jaren '30 meer dan 35 serviezen voor De Sphinx. Zo ontwerpt hij, helemaal in de geest van de Nieuwe Zakelijkheid, voor De Bijenkorf het gestroomlijnde, bruin geglazuurde servies Maas (1934), en voor de Hema theeservies Strand (1934). Deze warenhuizen willen exclusieve, bijzondere serviezen voor een modieus publiek. wanneer het functionalisme uit de mode raakt, ontwerpt Bellefroid klassiek aandoende serviezen, als Recamier uit 1939. In 1930 begint De Sphinx met de productie van hotelporselein (Terra Nova genoemd) en na 1945 ook huishoudelijk porselein. In 1950 vertrekt Bellefroid naar Mosa en pas in 1950 neemt Sphinx een nieuwe hoofdontwerper in dienst, Pierre Daems. Hij werkt voor Sphinx van 1950 tot 1969 (het jaar van het einde van de productie van serviezen). Wim Visser werkt als ontwerper voor Sphinx van 1954-1956. In 1969 eindigt de productie van zowel huishoudelijk aardewerk als hotelporselein. Het bedrijf gaat zich volledig richten op keramische sanitairartikelen. Tegenwordig vervaardigt het bedrijf niet alleen sanitairproducten, maar ook aanverwante producten als baden en kranen (tekst Wikipedia).

Afbeeldingen: logo fabrek; bordenhal aan de Maas, sinds 1987 met een culturele bestemming; theepot uit de serie Strand, ontwerp Edmond Bellefroid (bron Serviezen.nl); sierbord, ontwerp Wim Visser (ca. 1952-1954 (bron Botterweg Auctions).

Bibliografie: 
  • Pluis, Jan, Nederlandse Tegels 1900-2000, 2008.