Snoeck, Jan

Voornaam: 
Jan
Voorletters: 
J.C.
Achternaam: 
Snoeck
Geboortejaar: 
1927
Geboorteplaats: 
Rotterdam
Geboorteland: 
Nederland
Werkperiode: 
1965 - 2018
Overlijdensjaar: 
2018
CV: 

Jan Cornelis Snoeck is geboren op 5 maart 1927 te Rotterdam. Hij doet van 1947 tot 1950 de opleiding aan de Vrije Academie (beeldhouwen) en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag. Hij studeert hier af op 21-jarige leeftijd. Hij werkt vervolgens bij Albert Termote en in 1953 bij Ossip Zadkine in Parijs. Snoeck werkt in het begin vooral met steen, hout en brons. In 1965 begint hij te werken met keramiek bij De Porceleyne Fles te Delft en aansluitend vanaf 1968 bij atelier Structuur 68 te Den Haag. Zijn grote heldere keramische objecten zijn mummie-achtige mensfiguren, gemaakt in gestileerde vormen en opvallende primaire kleuren, vooral bedoeld voor de openbare ruimte. Zij stralen een grote simpelheid uit. De overige monumentale werken zijn naast beelden ook keramische wanden. Jan Snoeck decoreert in circa 1985 ook gedraaide schalen van Norman Trapman. De grote plastieken maakt hij van chamotteklei en bakt deze tot 1170 graden (Tekst uit onder meer: Cat. Nederlandse Keramiek 85, De Zonnehof Amersfoort). Jan Snoeck is overleden op 31 maart 2018.

Werk van Jan Snoeck is ondermeer te vinden op het schoolplein van Scholengemeenschap 't Atrium aan de Paladijnenweg in Amersfoort en Zieken te bed uit 1979 voor het Westeinde Ziekenhuis te Den Haag.

Afbeeldingen: Snoeck in zijn atelier; portret uit 2012; zuil Est-ce-que tu rêves? (1992); Zieken te bed, 1979 voor het Westeinde Ziekenhuis te Den Haag; Koppen op het schoolplein 't Atrium, Amersfoort (ca. 1985), signatuur ca. 1985.

 

 

 

 

Werk: 

"Het werk van Jan Snoeck getuigt van een kinderlijke onbevangenheid. Hij beweegt zich vrij binnen de grenzen van de beeldende kunst. Jan Snoeck is eerder beeldhouwer, schilder, tekenaar/graficus dan keramist. Al de facetten van zijn kunstenaarsschap komen in zijn werk samen, ongeacht het gekozen materiaal. Voor zijn beelden gebruikt Jan Snoeck klei omdat het gemakkelijk vormt en vooral omdat je met kleur kunt werken. Hij buit dit laatste gegeven dan ook volledig uit. Zowel de structurele kleur van de klei als de felle monochrome glazuren bepalen het beeld. De zerk-achtige beelden met een ingekrast figuur zijn tegelijk autonome werken en studies voor monumentale muren waar mensen tussendoor kunnen lopen" (tekst: Te Duits, 1990).

Bij het werk Est-ce que tu rêves? uit 1992 zegt hij: Ik heb een hekel aan gebondenheid, ik zet de figuren in de ruimte, zodat ze vrij zijn om zich te bewegen, zoals vissen of vogels.

Bibliografie: 
  • Spruit-Ledeboer, Mieke G., Nederlandse Keramiek 1900-1975.
  • Spruit-Ledeboer, Mieke G., Nederlandse Keramiek 1975-1985.
  • Cat. Nederlandse Keramiek 85, De Zonnehof Amersfoort, 1985.
  • Duits, Thimo te, Keramiek 90, Moderne keramiek in Nederland, 1990.
  • Nelis, Ilse e.a., Kleikunst in de Benelux, 1993.
  • Bestandscatalogus Nederlandse na-oorlogse keramiek, RBK 1995.