Ligny-Barendregt, Marianne de

Voornaam: 
Marianne
Voorletters: 
M.L.J.
Voorvoegsel: 
de
Achternaam: 
Ligny-Barendregt
Geboortejaar: 
1935
Geboorteplaats: 
Hengelo (o.)
Geboorteland: 
Nederland
Werkperiode: 
1965 - 1995
Overlijdensjaar: 
2008
CV: 

M.L.J. (Marianne Lucie Jacqueline) de Ligny-Barendregt is geboren op 27-03-1935 te Hengelo (O). Zij doet de opleiding lerares naaldvakken (kostuumnaaien) te Arnhem. Zij geeft daarna les aan de huishoudschool te Doetinchem. In 1960 trouwt zij met de heer C.L. de Ligny. Het echtpaar vestigt zich in Odijk aan de Meent. Later aan de Singel. Marianne is artistiek en muzikaal aangelegd. In Doetinchem heeft zij gitaarlessen genomen. In Utrecht komt zij in contact met Laurens Tuijnman, van wie zij aanvankelijk gitaarlessen krijgt, gevolgd door tekenlessen. Vanaf 1962 raakt zij door de keramische activiteiten van Tuijnman in de ban van keramiek. Zij volgt zijn lessen gedurende een periode van 5 tot 10 jaar. In 1965 heeft zij een eigen oven. In Odijk besteedt zij een halve week aan het geven van keramieklessen thuis. Zij draait op de schopschijf. Haar specialiteit is het werken met eigen recepten van koper- en zilver metaaloxiden. Het boetseren is, naarmate zij ouder wordt, belangrijker geworden. Zij heeft dan enkele jaren naar het levende model geboetseerd aan de Academie Artibus in Utrecht. Zij is blijven werken tot circa 1995. Door lichamelijke klachten boetseert zij daarna alleen nog maar incidenteel. Marianne de Ligny overlijdt op 31-05-2008 te Odijk.

Werk: 

Wanneer het glazuur in de oven is gesmolten en een gelijkmatige laag over het voorwerp heeft gevormd, wordt in de oven een reducerende atmosfeer gecreëerd door er mottenballen in te laten rollen. Als het glazuur koperoxiden resp. zilveroxiden bevat, ontstaat in de glazuurlaag een spiegel van metallisch koper (rood) resp. metallisch zilver (blank). De fraaiste effecten worden verkregen door een reductieglazuur te combineren met gewone glazuren en door de reductie niet volledig te laten verlopen. Dit kon het nodig maken dat het werkstuk tien of meer keer de oven in moest. Aldus ontstaat een bijzonder mooi, maar eigenlijk onbetaalbaar object. In het boetseren heeft zij een zeer hoog technisch niveau weten te bereiken met de bloemplastieken. Haar geboetseerde fantasiebeeldjes zijn geïnspireerd op de slappe lappen pop. Zij zijn geheel van witte chamotte klei gemaakt, daarna gebakken op 1000 graden, vervolgens geglazuurd en weer gebakken.

Bibliografie: 
  • Spruit-Ledeboer, Mieke G. en Maarten van Thiel, De Hedendaagse gebruikskeramiek in Nederland en haar ontwikkeling in de 20e eeuw, 1981.