Lanooij, Chris

Voornaam: 
Chris
Voorletters: 
C.J.
Achternaam: 
Lanooij
Geboortejaar: 
1881
Geboorteplaats: 
Sint-Annaland
Geboorteland: 
Nederland
Werkperiode: 
1908 - 1948
Overlijdensjaar: 
1948
CV: 

Christiaan Johannes Lanooij was een veelzijdig sierkunstenaar, toch voornamelijk bekend geworden als pottenbakker. Hij begon als vijftienjarige als leerling-schilder bij Plateelbakkerij Rozenburg. Hij volgt de opleiding aan de Academie van Beeldende kunst te 's-Gravenhage. Als pottenbakker is hij autodidact. In 1898 komt hij in dienst bij Plateelbakkerij Zuid-Holland te Gouda om het vak van aardewerkdraaier te leren. Omstreeks 1900 maakt hij een aantal sierborden met Zeeuwse motieven, die hij aan bevriende kunstenaars verkoopt. Van 1900 tot 1906 staat Lanooij als werknemer (plateelschilder) ingeschreven bij de plateelbakkerij Zuid-Holland, maar waarschijnlijk heeft hij in deze periode vooral in zijn eigen atelier gewerkt, aanvankelijk gevestigd in Scheveningen, later in Gouda. Rond 1903 maakt hij enkele ontwerpen voor de Firma Wed. N.S.A. Brantjes & Co. in Purmerend en in 1906 is hij acht maanden in dienst als artistiek leider bij de N.V. Plateelbakkerij Haga te Purmerend. Tussen 1907 en 1919 werkt Lanooij in zijn eigen werkplaats 'De Kleiweg' in Gouda, vanaf 1909 elders in de stad. In 1914 heeft hij een eerste overzichtsexpositie van zijn werk in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Vanaf 1911 maakt hij ook gebruiksaardewerk en plastieken, onder meer in samenwerking met Jan Altorf. Om gezondheidsredenen verplaatst Lanooij in 1920 zijn atelier van Gouda naar Epe. Hij doet hier veel glazuurexperimenten in een veldoven. Frans Slot is gedurende vele jaren zijn hulp en draaier. In Epe is dank zij Lanooij een "Eper School" ontstaan, waar naast Lanooij en Slot ook Van Riessen, Genemans, De Graaf, Goldewijk, Berends, Van de Wal en Broekema toe kunnen worden gerekend. Spelling van zijn naam: Lanooij en Lanooy kan allebei. Hij tekende de eerste tijd met Lanooij en later werd het Lanooy. Dit kom je in de hele stamboom tegen dat het steeds wisselt (bron: Hedda Lanooij).

Samen met Nienhuis en Brouwer wordt Lanooij beschouwd als baanbrekend keramist bij de toepassing van glazuren als zelfstandige vorm van decoratie. Hij geldt als één van de belangrijkste keramiek- en glasontwerpers van de eerste helft van de twintigste eeuw. Chris Lanooij is pottenbakker, schilder, ontwerper van glas voor de N.V. Glasfabriek Leerdam, behang en textiel (tekst deels uit: plateel.goudanet.nl). Keuze uit tentoonstellingen: •Stedelijk Museum, Amsterdam, ‘Lanooij's ceramiek',1914 •Exposition international des arts décoratifs et industriels modernes, Parijs 1925 (Wereldtentoonstelling) •Het Princessehof, Leeuwarden, ‘C.J. Lanooy, Kunstpottenbakker', 1977 •Chris Lanooij in De Meestoof, St. Annaland (Tholen) 2000. Onderscheidingen: •Prix d'Honneur Wereldtentoonstelling Brussel 1910 •Gouden medaille Wereldtentoonstelling Parijs 1925. Lid van kunstenaarsverenigingen: •Amersfoorts Kunstenaars Genootschap •Pulchri Studio •VANK.

Kengetallen keramiek Lanooy (1881-1948) - auteur Willemn Heijbroek, 2016.

1882. Verhuizing van Sint-Annaland naar Tholen (vader was smid).

1889. Van Tholen (aanhanger van Domela Nieuwenhuizen) naar HTM Den Haag.

1890. Jan Ligthartschool Den Haag.

1896. Plateelschilder bij Rozenburg op voorspraak Mesdag, Roelofs.

1897/98. Weg van Rozenburg en naar Zuid- Holland in Gouda contact met L. Muller.

1900. Leerschool bij de bloempottendraaiers en eigen ervaring met steengoed knikkers. Producten versierd met Zeeuwse motieven verkocht hij aan Haagsche School.

1901. In militaire Dienst en vanuit  Amsterdam plateelwerk voor Wed. Brantjes.

1903. In Gouda ovens in de Raam, Wachtelstraat en Kleijweg. Zelfstandig pottenbakker met invloed van Chris v.d. Hoef. Eerste loopglazuur voor Bremmer. Samen met Willem Brouwer (Leiderdorp) eerste zelfstandige kunstpottenbakker in NL.

1904. Verhuizing naar Scheveningen.

1906. Met Offermans Technisch ontwerper en Artistiek leider Haga Purmerend.

1907. getrouwd met Belly Schuitemaker (1907) en terug naar Gouda (Ridder van Catsweg en Kattensingel). Zowel figuratief als non-figuratief steengoed. Expo’s in Gouda en omgeving.

1908.Grote expo bij Kleykamp (veel lof) Den Haag en vervolgens Haarlem en Rotterdam. Definitieve vestiging Wachtelstraat 220, Gouda.

1910. Met NL inzending naar Wereldexpo Brussel en vervolgens expo in New York Fred. Brothers citaat: keramist die zijns gelijke niet kent in de wereld . Veel opdrachten ook uit de VS, daarom huur atelier in de Raam plus knecht.

1911-1913. Samenwerking Jan Altorf en Bremmer voor dierplastieken, contact met Rädecker.

1913. Leerling potenbakkers Paul Hobbel, Cees Sluyter en Jan van Ham.

1914. Overzichtsexpo in Stedelijk Museum Amsterdam met 400 voorwerpen. Maecenassen zijn Bremmer en van Assendelft. In WO I steeds moeilijker veel gebruiksaardewerk kon nog wel.

1918. Veel export naar Amerika (lampvoeten). Toonkamers Lanooy in Papestraat 24, Den Haag. Hoge prijzen van f 100,- - f 300,- bij Larensche Kunsthandel. Aangenomen bij glasfabriek Leerdam op verzoek van de Bazel.

1920 Zoontje Hedda gestorven en dochter Lotty had malaria op verzoek van arts verhuizing naar hogere gronden, Epe. Hij kon het grote complex Heerderweg met o.m. timmerfabriek kopen door goede verkoop in Amerika en huis Wachtelstraat.

1920-1922. Bouw van huizen voor schoonmoeder, atelier, werkplaats en toonkamer. Veel schilderwerk; eerste keramiek april 1922.

1922. Expo’s in Leeuwarden (Princessehof) en Heerenveen. Zoon Cees wordt leerling, maar houdt dat niet lang vol(krijgt geen receptuur).

1924. Frans Slot komt voor onderhoud complex, maar ontpopt zich al gauw als goede pottenbakker. Hij wordt daarop ingewijd inde glazuren, maar Lanooy blijft signeren. Frans Slot komt regelmatig bij Hein Andrée in Apeldoorn en heeft vermoedelijk receptuur en werkwijze doorgegeven. Hij krijgt een bezoekverbod. Andrée produceert een aantal voorwerpen, die niet alleen dezelfde glazuur, maar ook zelfde titels hebben.

1925. Ter gelegenheid van 25 jarig jubileum pottenbakken 1000 paddenstoelenborden, geheel figuratief en een aantal met organische vormen. Op Expo Art Deco in Parijs krijgt hij de gouden medaille. Daarna vaste afnemers Bremmer Helene KM, havenbaronnen, artsen en Hannema.

1928-1930. International Exhibition of Ceramic Art in het Metropolitan Museum New York en zeven andere steden. Eervolle Vermelding deelname Wereldexpo Antwerpen

1927. Dochter Lotty volgt in zijn voetsporen met vogelborden en vissenschalen.

1931-1933. Ter gelegenheid 50 jaar groot werk aan Boijmans geschonken. Crisisjaren grote series vogelborden (ook hier figuratief). Spaar- en verkoopsysteem. Deelname en prijs Triennale Milaan.

1934-1940. Veel exposities Leiden, Den Haag. Kruikje Rode Kruis Ethiopië. Nieuwe techniek naaldloopglazuur ontwikkeld. Veel soorten dierplastieken op basis van ervaringen met Altorf en Rädecker.  Leerlingen tweede helft dertiger jaren Lea Halpern en Sophie Verrijn Stuart.

1941. Overlijden vrouw Belly, die de administratie en verkoop regelde. Lanooy heeft altijd uitsluitend van deze opbrengsten geleefd.

1942. Geen lid van de cultuurkamer; proces verbaal opgemaakt. De ovens moeten grotendeels doven wegens gebrek grondstoffen. Beschrijving van receptuur en techniek voor collectie Helène Kröller Müller , stichting de Pauw Wassenaar.

1944. Opgepakt door de SD vanwege vondst wapens voor verzet op zijn terrein. Op moment van executie in Apeldoorn in coma en getransporteerd naar Amersfoort. Veel keramiek in beslag genomen.

1945. Bevrijd door Emmy v. Overeem en draad weer opgepakt met hulp van zijn zuster en boekhouder.

1946. Met een stand op St. Eriksmesse in Stockholm zeer succesvol. Gevraagd door Zweedse regeringsdelegatie om ontwerper te worden van de beroemde Keramische Fabrieken Gustavsberg, maar gezondheid laat dat niet toe. Viert 50- jarig kunstjubileum en blijft werken.

1947-1948. Frans Slot verlaat hem en gaat zelfstandig verder. Lanooy overlijdt en graf  wordt ontworpen door dochter Lotty. Postuum exposities in Den Haag, Amersfoort en later St. Annaland, Leeuwarden en Leerdam.

Afbeeldingen: Chris Lanooy, later portret (bron HK); vroeg portret; Lanooy aan draaischijf, Epe, 1930s; Lanooy bij de oven (uit Tussenbroek); Lanooy in zijn showroom in Epe, 1930s; selectie van twee vazen (links) en een sierschotel van Chris Lanooij, rechts een vaas (blauw-groen) van Frans Slot (coll. Capriolus).

Bibliografie: 
  • Ebbinge, E., C.J. Lanooy Kunstpottenbakker, catalogus bij de gelijknamige expositie in Gemeentelijk Museum Het Princessehof Leeuwarden van 2 april t.m. 29 mei 1977.
  • Thomas, Mienke Simon en Eugene Langendijk, Nederlandse Art Nouveau en Art Deco Keramiek, Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam 2001.
  • Singelenberg-Van der Meer, M., Nederlandse keramiek- en glasmerken 1880-1940, 2001.
  • Heijbroek, Willem en Karin Gaillard (redactie), Tussen twee vuren, Chris Lanooy 1881-1948, Zwolle 2002.
  • Heijbroek, Willem, Gloeiende Glazuren, Chris Lanooy (1881-1948), Museum De Meestof, Sint-Annaland, 2018.