Jac. van den Bosch is geboren op 19 oktober 1868 te Amsterdam, Vijzelstraat 90. Tussen 1884 en 1885 volgt hij de avondcursus van de Teekenschool voor Kunstambachten aan de Jacob van Campenstraat. Hij gaat een jaar in de leer bij architect-decorateur J.H.H. Smits. Tussen 1885 en 1889 volgt hij de dagopleiding tot decoratieschilder aan de Quellinusschool in de Frans Halsstraat en vervolgens de Rijksschool voor Kunstnijverheid, gevestigd in het Rijksmuseum. Hij krijgt hier les van o.a. J.R. de Kruijff en P.J.H. Cuypers. Klasgenoten zijn onder andere Harm Ellens, Jac. van Ishoven en Maurits Werner. In 1890 neemt hij de baan over van zijn studiegenoot Van Ishoven als meubeltekenaar bij de timmerfabriek van de gebroeders Van Houtum aan het Oetgenspad. In 1892 wordt hij naast tekenaar ook vertegenwoordiger voor deze firma. In 1893 maakt hij bij Van Houtum kennis met H.P. Berlage. Tussen 1893 en 1895 ontvangt hij via Berlage verschillende opdrachten voor decoratief schilderwerk in door deze ontworpen gebouwen. Daarnaast is hij zelfstandig ontwerper voor een aantal meubelfirma's en tekent vignetten en illustraties voor enkele uitgeverijen. In 1896 wordt Van den Bosch chef van de meubelwerkplaats van Lassance. Hij trouwt in dat jaar met Maria Henriette Smit (1866). Het echtpaar gaat wonen in de Saxenburgerstraat 23 (later op nr. 25). In 1898 neemt hij ontslag bij Lassance en wordt vertegenwoordiger bij de Faience- en Tegelfabriek Holland te Utrecht van J.W. Mijnlieff. Hij levert nu na enige tijd ook tegelontwerpen voor 'Holland'. Hij is in dat jaar ook elders actief met meubelontwerpen en krijgt via de architect D.A.N. Margadant enkele opdrachten voor stationsdecoraties, ondermeer voor het station van Haarlem (1905-1908). In 1899 wordt hij door H.P. Berlage en W. Hoeker, directeur van Amstelhoek, betrokken bij de plannen voor de oprichting van een coöperatieve firma voor het vervaardigen en verkopen van moderne meubels en kunstnijverheid. In 1900 neemt Van den Bosch ontslag bij 'Holland', Utrecht en wordt adjunct-directeur van 't Binnenhuis, dat in dat jaar op 29 september opengaat aan het Rokin 120. Van den Bosch krijgt de dagelijkse leiding over de firma en woont met zijn gezin op de 2e etage. In 1901 blijkt de coöperatieve opzet van de firma mislukt te zijn. In 1903 verhuist het gezin Van den Bosch naar de villa Sorgh-Vliet te Bloemendaal. In 1907 volgt een verhuizing van 't Binnenhuis naar een nieuw pand aan de Raadhuisstraat 48-50. Tussen 1908 en 1912 is Van den Bosch de voorzitter van VANK (Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst). In 1915 zorgt de Eerste Wereldoorlog voor een economische teruggang. In 1916 is 't Binnenhuis bijna failliet. Van den Bosch neemt de firma alleen over. Er volgt een tijd van ups en downs. Op 27 augustus 1948 overlijdt Jac. van den Bosch te Haarlem.
Bibliografie:
Heij, Jan Jaap e.a. Jac. van den Bosch 1868-1948, Drents Museum Assen 1987.
Singelenberg-Van der Meer, M., Nederlandse keramiek- en glasmerken 1880-1940, 2001.
Jac. van den Bosch is geboren op 19 oktober 1868 te Amsterdam, Vijzelstraat 90. Tussen 1884 en 1885 volgt hij de avondcursus van de Teekenschool voor Kunstambachten aan de Jacob van Campenstraat. Hij gaat een jaar in de leer bij architect-decorateur J.H.H. Smits. Tussen 1885 en 1889 volgt hij de dagopleiding tot decoratieschilder aan de Quellinusschool in de Frans Halsstraat en vervolgens de Rijksschool voor Kunstnijverheid, gevestigd in het Rijksmuseum. Hij krijgt hier les van o.a. J.R. de Kruijff en P.J.H. Cuypers. Klasgenoten zijn onder andere Harm Ellens, Jac. van Ishoven en Maurits Werner. In 1890 neemt hij de baan over van zijn studiegenoot Van Ishoven als meubeltekenaar bij de timmerfabriek van de gebroeders Van Houtum aan het Oetgenspad. In 1892 wordt hij naast tekenaar ook vertegenwoordiger voor deze firma. In 1893 maakt hij bij Van Houtum kennis met H.P. Berlage. Tussen 1893 en 1895 ontvangt hij via Berlage verschillende opdrachten voor decoratief schilderwerk in door deze ontworpen gebouwen. Daarnaast is hij zelfstandig ontwerper voor een aantal meubelfirma's en tekent vignetten en illustraties voor enkele uitgeverijen. In 1896 wordt Van den Bosch chef van de meubelwerkplaats van Lassance. Hij trouwt in dat jaar met Maria Henriette Smit (1866). Het echtpaar gaat wonen in de Saxenburgerstraat 23 (later op nr. 25). In 1898 neemt hij ontslag bij Lassance en wordt vertegenwoordiger bij de Faience- en Tegelfabriek Holland te Utrecht van J.W. Mijnlieff. Hij levert nu na enige tijd ook tegelontwerpen voor 'Holland'. Hij is in dat jaar ook elders actief met meubelontwerpen en krijgt via de architect D.A.N. Margadant enkele opdrachten voor stationsdecoraties, ondermeer voor het station van Haarlem (1905-1908). In 1899 wordt hij door H.P. Berlage en W. Hoeker, directeur van Amstelhoek, betrokken bij de plannen voor de oprichting van een coöperatieve firma voor het vervaardigen en verkopen van moderne meubels en kunstnijverheid. In 1900 neemt Van den Bosch ontslag bij 'Holland', Utrecht en wordt adjunct-directeur van 't Binnenhuis, dat in dat jaar op 29 september opengaat aan het Rokin 120. Van den Bosch krijgt de dagelijkse leiding over de firma en woont met zijn gezin op de 2e etage. In 1901 blijkt de coöperatieve opzet van de firma mislukt te zijn. In 1903 verhuist het gezin Van den Bosch naar de villa Sorgh-Vliet te Bloemendaal. In 1907 volgt een verhuizing van 't Binnenhuis naar een nieuw pand aan de Raadhuisstraat 48-50. Tussen 1908 en 1912 is Van den Bosch de voorzitter van VANK (Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst). In 1915 zorgt de Eerste Wereldoorlog voor een economische teruggang. In 1916 is 't Binnenhuis bijna failliet. Van den Bosch neemt de firma alleen over. Er volgt een tijd van ups en downs. Op 27 augustus 1948 overlijdt Jac. van den Bosch te Haarlem.